Ga naar de inhoud

Op 11 oktober namen een veertigtal geïnteresseerden – hulpverleners, zorgzoekers, ervaringsdeskundigen – deel aan een nieuwe burgerdialoog van de werkgroep Zorg om Zorg. Deze keer waren we te gast bij Blink-out in Mechelen waar we ons over de problematiek van de wachttijden bogen.

We zijn er als HART BOVEN HARD van overtuigd dat laagdrempelige en kleinschalige initiatieven een heel specifieke en niet onbelangrijke rol kunnen spelen, wanneer mensen noodgedwongen moeten wachten op een of andere vorm van hulpverlening.

We startten onze dag met een aantal inspirerende voorbeelden en luisterden naar Els Lambrecht (project Wachtverzachters), Kim Delville (Wachthuis Haacht), Dirk De Caluwé (Café mentaal welzijn Lier), Rik Vannuffel (werkgroep Wachtlijsten GGZ), Liesbeth Sourbron (Blink-out Mechelen) en Katleen Boschmans (Emergo GGZ Netwerk).

Na een hartige middaglunch bogen we ons, zoals in de vorige burgerdialogen, in groepjes over een aantal vragen. En opnieuw leidde de gehanteerde methodiek, die telkens andere gesprekspartners samen zette, heel boeiende gesprekken en gedachtewisselingen op.

Initiatieven dicht bij de burger betekenen zonder twijfel een waardevolle plus in het GGZ-aanbod. Het gaat hier over meer dan wachten. Ze houden zorgzoekers weg van verlamming en eenzaamheid en doen “bondgenootschappen” ontstaan, een  term die we met plezier overnemen van het Wachthuis in Haacht.  Gelijkwaardigheid, die in de professionele interactie vaak gemist wordt, is hier herstellend en zingevend.

De werking van de“kruispunten”, een plek waar het personeel van verschillende organisaties samen met cliënten zoekt naar gepaste hulpverlening, helpt de versnippering in het aanbod te beperken en biedt mensen vlugger de nodige ondersteuning. Belangrijk is wel dat er continuïteit is en dus een antwoord op de vraag “hoe moet ik straks verder?” Samenwerking met inloophuizen, herstelacademies, buddy-werkingen, wijkgezondheidscentra en eerstelijnszones lijkt ons evident. Ook ervaringsdeskundigen kunnen hierin een plaats krijgen.

Aandacht voor de toenemende diversiteit, vaak gecombineerd met armoede, taalproblemen, gevoelens van ontheemd zijn en trauma, is voor ons een belangrijk aandachtspunt.

Laagdrempelige, brede centrale meldpunten kunnen een grotere zorgtoegankelijkheid  bewerkstelligen. De nood aan menselijk en warm contact blijft ook hier prioritair. Het kan zeker niet alleen gaan om gegevensverzameling en het invullen van dossiers.

Ook de ontwikkeling van een website of andere instrumenten die hulpverleners vlugger op weg helpen in hun zoektocht naar passende hulpverlening en zorg voor een cliënt, bieden een antwoord op onze zorg over het versnipperd aanbod en het te lang wachten. 

Meer dan ooit pleiten we voor voldoende financiering van deze initiatieven. Wij kiezen niet voor projectmatig werken.

De dag werd afgesloten met enkele waardevolle reflecties door prof. Ph. Delespaul. Bijzonder was zijn uitnodiging om in het kader van deze kleinschalige, laagdrempelige initiatieven het woord “wachten” te schrappen en ze voortaan als volwaardig binnen het landschap van de GGZ te beschouwen.