Ga naar de inhoud

Na de burgerdialoog in De Serre in Nieuw Gent op 13 april, zetten we de dialoog verder. In De Serre ontdekten we de meerwaarde van buurtgerichte samenwerking van wijkwerkingen, welzijnswerkers, vrijwilligers, met ondersteuning van expertise vanuit de geestelijke gezondheidszorg.  Op 15 juni kwamen we opnieuw samen in een buurtgerichte werking, De Broederij in Gent-Ledeberg. We gingen specifieker in op de mogelijke rol van een lokaal bestuur, een eerstelijnszone en een netwerk geestelijke gezondheidszorg om buurtgericht zorg voor psychisch welzijn te realiseren.

We startten met een panelgesprek met Steven Gillis (Stad Gent, dienst Regie Gezondheid en Zorg), Ilse De Neef (Netwerk GGZ Het PAKT) en Koen Berwouts (Eerstelijnszone Gent) over hun ervaringen met de samenwerking in Gent. Peter Dierinck (vzw Psyche) modereerde het gesprek. Elk panellid gaf een korte presentatie van de eigen werking. Daarna verkenden we hoe ze concreet samenwerken in de Broederij en gelijkaardige plekken in andere wijken in Gent. De aanwezige ervaringsdeskundigen, mantelzorgers, professionelen en vrijwilligers gingen met hen en met elkaar in gesprek. Wat kunnen we leren van deze en andere praktijken en ervaringen? We inspireerden elkaar en verdiepten onze visie op verbindende zorg. We namen heel wat concrete aandachtspunten mee voor de beleidsbeïnvloeding waar we als burgerbeweging Hart Boven Hard op willen inzetten.

Net als in de vorige burgerdialoog werd duidelijk dat een niet-specialistisch laagdrempelig aanbod, buurtwerk, werken aan verbinding, wonen, … enorm belangrijk zijn voor mentaal welzijn. Samenwerking binnen de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) en tussen de GGZ en welzijnswerk en eerstelijnsgezondheidszorg is essentieel. En dit (ook) op het niveau van een buurt of deelgemeente, zodat men nabij en op maat van de lokale noden kan werken.
De huidige financiering is echter niet afgestemd op dergelijke samenwerking. De regelgeving staat samenwerking zelfs vaak in de weg. Ook het feit dat middelen beperkt en vaak tijdelijk (projectmatig) zijn is een obstakel. Organisaties plooien noodgedwongen terug op hun “kerntaken”. Het beleid van de verschillende overheden (verschillende niveaus en verschillende departementen) zou beter op elkaar afgestemd moeten worden. Er is nood aan een gemeenschappelijke visie op lange termijn. Zowel lokaal, Vlaams als federaal zou op elk beleidsdomein er overwogen moeten worden welke effecten het actuele beleid heeft op het mentaal welzijn.
Tenslotte leeft er grote bezorgdheid over een verdere verrechtsing van het beleid en het aangekondigde besparingsbeleid, die een toegankelijke, nabije en verbindende zorg nog meer in het gedrang kunnen brengen. Daarom sloten we af met een verwijzing naar de campagne HET GROOT VERZET, waarin we ons pleidooi voor investering in zorg, verbinden met het verzet tegen de afbraak van alle sociale rechten.